Artikelindex

Gedragsregels kaderleden

 

  1. Het kaderlid draagt zorg voor een omgeving en een sfeer waarbinnen de zwemmer zich veilig voelt (om te bewegen).

    De zwemmer moet als mens worden gerespecteerd. Er mag geen onderscheid worden gemaakt naar of nadruk worden gelegd op godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, nationaliteit, seksuele gerichtheid, culturele achtergrond, leeftijd, lichamelijke kenmerken of burgerlijke staat. Dit betekent dat de zwemmer zich zowel tijdens het zwemmen maar ook daarbuiten, bijvoorbeeld in de kleedruimtes, veilig moet voelen en het gevoel moet hebben dat hij zich –letterlijk– vrij kan bewegen.

 

  1. Het kaderlid onthoudt zich ervan de zwemmer te bejegenen op een wijze die de zwemmer in zijn waardigheid aantast, en verder in het privéleven van de zwemmer door te dringen dan nodig is voor het gezamenlijk gestelde doel.


  2. Het kaderlid onthoud zich van elke vorm van machtsmisbruik of intimidatie tegenover de zwemmer. Het kaderlid mag zijn specifieke situatie en relatie niet gebruiken voor doeleinden ten eigen nutte die in strijd zijn met verantwoordelijkheid voor de zwemmer of die de grenzen van de relatie overschrijden.

    In de (professionele) relatie met de zwemmer kunnen bij beiden gevoelens ontstaan die zich niet verhouden met de relatie tot het trainen, begeleiden en dergelijke. Deze gevoelens kunnen bijvoorbeeld zijn: verliefdheid, afkeer of agressie. Beide partijen moeten alert zijn op deze gevoelens. Het kaderlid moet –zelf als de zwemmer dat verlangt of daartoe uitnodigt– dan ook niet daadwerkelijk ingaan op al dan niet (seksueel) agressieve toenaderingspogingen of deze zelf ondernemen.

 

  1. Seksuele handelingen en relaties tussen het kaderlid en de jeugdige zwemmer tot zestien jaar zijn onder geen beding geoorloofd en worden beschouwd als seksueel misbruik. Tussen volwassenen en jeugdigen is sprake van een natuurlijk overwicht.

  2. Het kaderlid mag de zwemmer niet op een zodanige wijze aanraken dat de zwemmer en/of het kaderlid deze aanraking naar redelijke verwachting als seksueel of erotisch van aard zal ervaren, zoals doorgaans het geval zal zijn bij het doelbewust (doen) aanraken van geslachtsdelen, billen en borsten.

    Uitgangspunt is dat de zwemmer het als seksueel intimiderend ervaart.                                           

    Het kaderlid dient ervoor te zorgen dat daar waar lichamelijk contact noodzakelijk en functioneel is voor de sportbeoefening, dit contact of deze aanrakingen nooit verkeerd –in de zin van seksueel intimiderend– kan worden geïnterpreteerd.

 

  1. Het kaderlid onthoudt zich van seksueel verbale intimiteiten.

 

  1. Het kaderlid zal tijdens de trainingen(stages), wedstrijden en reizen gereserveerd en met respect omgaan met de zwemmer en de ruimten waarin de sporter zich bevindt, zoals een kleedkamer.

 

  1. Het kaderlid heeft de plicht de zwemmer te beschermen tegen schade en (machts)misbruik.

    Daar waar bekend of geregeld is wie de belangen van de zwemmer behartigt, is het bestuur van de zwemvereniging verplicht met deze personen of instanties samen te werken opdat zij hun werk goed kunnen uitoefenen.

    Binnen zijn/haar mogelijkheden heeft het kaderlid de verantwoordelijkheid voor de veiligheid en het welzijn van de zwemmer.

 

  1. Het kaderlid zal de zwemmer geen (in)materiële vergoedingen geven met de kennelijke bedoeling tegenprestaties te vragen.

    Het kaderlid aanvaardt ook geen financiële beloning of geschenken van de zwemmer die in onevenredige verhouding staan tot het gebruikelijke.

 

  1. Het kaderlid zal er actief op toezien dat deze regels door iedereen, die betrokken is bij de zwemmer, worden nageleefd.

    Indien gedrag wordt gesignaleerd wat niet in overeenstemming is met deze regels zal het kaderlid de betreffende persoon daarop aanspreken. Tevens zal hij/zij het bestuur van de zwemvereniging op de hoogte brengen.

    Het is aan het bestuur van de zwemvereniging om hoor en wederhoor toe te passen en een definitief besluit te nemen.

 

  1. In die gevallen waarin de gedragsregels niet (direct) voorzien, ligt het binnen de verantwoordelijkheid van het kaderlid in de geest hiervan te handelen.

 

  1. Het bestuur van de zwemvereniging is verantwoordelijk voor de te nemen (passende) maatregelen.

 

De gedragsregels zijn opgesteld in de geest van de gedragsregels van de NOC*NSF en vastgesteld in de bestuursvergadering van 06 juni 2012.